Een sorry-meisje
Mijn eerste blog zei ik al dat ik altijd een sorry-meisje geweest was. Gelukkig was dat maar deels zo, anders was ik waarschijnlijk nooit meer op een podium gaan staan. Maar voor het deel dat het wel geldt wil ik vertellen waar dat vandaan kwam. Er is momenteel namelijk (eindelijk!) nogal wat media-aandacht voor dit onderwerp. En aangezien ik mij jarenlang een roepende in de woestijn heb gevoeld, wil ik nu ook wel een boekje open doen. In de hoop dat er nu eindelijk iets zal veranderen.
In 1989 ging ik naar het conservatorium met het idee: gezellig, samen muziekmaken. Dat bleek een erg naïeve verwachting te zijn. De eerste jaren in de vooropleiding vielen eigenlijk alles mee. Het maakte wel erg uit met welke docenten je te maken had en ik denk dat het ook per hoofdvak verschilt. Ik begon met dwarsfluit en hoewel de concurrentie daar behoorlijk is, was de sfeer daar eigenlijk heel gemoedelijk. Pas toen ik overstapte naar zang werd het anders.
Mijn hoofdvakdocent was een echte diva en wij waren haar kinderen. De meesten trokken zich daar weinig van aan, maar ik wel. Ik dacht dat als ik maar alles deed wat zij zei, ik wel een goede zangeres zou worden. Docenten werden in die tijd binnengehaald om hun naam en staat van dienst op het podium. Niet om hun didactische kwaliteiten. Mijn docent (en vele docenten met haar) was een ‘wonderkind’. Ze was nooit enig obstakel tegengekomen; van zangtechniek wist ze niet veel. Ze gooide dan ook elk (zang-)technisch probleem op psychisch lijden. Iets waar ik helaas slecht tegen bestand was.
Ik studeerde aan het begin van het CD-tijdperk, waarin alles perfect moest zijn. Daarnaast was er enorme concurrentie. Ieder jaar waren er honderden aanmeldingen en daarvan werden er een paar aangenomen. Je behoorde dus tot de uitverkorenen en zo was de sfeer. De groep bepaalde de pikorde met uitspraken als ‘die is niet goed bezig’ of ‘die denkt dat ze iets voorstelt’ of ‘ja, maar die kan ècht zingen’. Mensen die het niet redden werden als zwak en zielig beschouwd.
Een jaarlijks feest
Het jaarlijkse feest van de overgangstentamens is ook zeker het vermelden waard. Dan zaten alle docenten in een zaaltje op een rij naast elkaar achter tafels. Je kwam dan binnen, liep naar de vleugel waar de pianist (een docent) zat waarmee je wekelijks werkte. Die was dan opeens een soort reddingsboei waar je je mentaal aan vastklampte. Je groette de commissie en je vertelde wat je eerst ging zingen. Daarna bepaalden zij wat je verder zong en òf je nog iets moest zingen. Terwijl je stond te zingen zat de één ongeïnteresseerd onderuit gezakt, de ander zat een beetje naar buiten te kijken, een enkeling maakte aantekeningen en één lieve juf (die er gelukkig ook was) keek me stralend aan en playbackte vaak mee. Mijn eigen docent zat strak naar mij te kijken met een blik van ‘ ik hoop maar dat zij het ook goed genoeg vinden’. Ik denk er met warme gevoelens aan terug…
In Amsterdam heb ik het uiteindelijk niet gered. Bij mijn overgangstentamen van jaar 1 naar 2 twijfelde de commissie of ik wel een echte zangeres was. Ik kreeg een half jaar om dat te bewijzen. Tja, daar word je natuurlijk opeens heel zelfverzekerd van… Ik heb mijn hertentamen gehaald, maar ik was op en mijn stem ook.
Daarna heb ik in drie jaar in Arnhem mijn diploma gehaald, want dat wilde ik. Daar had ik een fijne hoofdvakdocent, voor hem was ik naar dat conservatorium gegaan.
Waar ik in Amsterdam zonder veel problemen door mijn bijvakken fietste door aardige docenten die je graag iets wilden leren, was dat in Arnhem een ander verhaal. Hier waren veel vervelende bijvakdocenten, die je graag vertelden dat je niks kon. Er waren duidelijk favoriete studenten en als ze je niet mochten werd je erg tegengewerkt. We hadden groepslessen zang van een andere hoofdvakdocent en zij mocht mij totaal niet. Als ik zong stond ze met haar armen over elkaar minachtend naar mij te kijken en als ik dan klaar was zij ze steevast: ‘dat was weer helemaal niks’, waarna uitleg volgde. Ik ging er uiteraard niet beter van zingen. Toen ik haar op een gegeven moment zei dat ik niet meer bij haar wilde zingen, zei ze dat ik maar eelt op mijn ziel moest kweken.
Grote ego’s
Ik zou hier makkelijk een boek mee kunnen vullen, dus ik zal me beperken tot wat ik er in ieder geval over wil zeggen. Ik merk vaak dat er een beeld heerst dat het op kunstopleidingen allemaal vrijheid blijheid is, maar het tegenovergestelde is waar. Het is: je conformeren, keihard werken en iedere dag bewijzen dat je goed genoeg bent. Er is totaal geen sprake van objectieve beoordeling. Je bent overgeleverd aan grote ego’s met duidelijke voor- en afkeur. De wonderkindjes worden op handen gedragen en hoor je bij het gepeupel moet je je dag in dag uit bewijzen. Ze vinden dat ze je eerst af moet breken om je vervolgens weer op te bouwen, maar dat laatste moet je toch echt zelf doen, is mijn ervaring.
Ik heb altijd het gevoel gehad dat dit toch niet de manier zou moeten zijn. Jonge, leergierige mensen moedwillig beschadigen. Er zijn natuurlijk competitieve types die het heerlijk vinden om zo uitgedaagd te worden, maar de meesten raken beschadigd. Als je er niet aan onderdoor gaat, kweek je eelt op je ziel. Wees daar maar blij mee.
En zo werd ik een sorry-meisje. Wil je ook graag sorry zeggen tegen iemand? Stuur dan dit filmpje. Met de groeten van Marie & Antoinette.
Een erg goed en verhelderend artikel over dit onderwerp is hier te lezen.
Lees ook mijn blog Succes
3 Comments
July
De droevige verhalen van dit soort ervaringen, onbegrijpelijk, maar zo vaak gebeurt het, nog steeds.
Gelukkig Femke wat jij ermee gedaan hebt, nog steeds mijn petje diep af, heel knap en heel fijn!!!
vera
Ja , ongelooflijk hoe macht misbruikt kan worden en zo verstikkend werkt terwijl zeker in de muziek ruimte liefde en empathie de mens doet groeien .
Jouw kern hebben ze niet kunnen raken Femke ,heel sterk !
Ans Janssen
Nou Femke, ik herken veel in wat je schrijft. Het is al lang geleden, en ik deed Drama, maar na die academie heb ik mijn plezier in spelen langzaamaan weer op moeten bouwen.
Goed dat je erover schrijft. En nog beter is natuurlijk dat je weer vrank en vrij op het podium staat. Hou vol en veel succes.